zondag 25 augustus 2013

De keizer en de kunstenaar


David Lobenberg, Chinese Rooster
Aan JP Van Bendegem, Gentenaar en filosofisch dwaaltochter

De keizer van China had een prachtige verzameling dierenprenten. Elke avond nam hij enkele werken uit hun foedraal en volgde met zijn vinger de lijnen op het papier. De grootste meesters van het land hadden er hun ziel in gelegd, deze afbeeldingen droegen iets van de eeuwigheid in zich. Urenlang kon hij ze bestuderen en bewonderen. De verzameling bood hem troost in zware tijden, afleiding op moeilijke momenten.
Van alle vogels, zoogdieren en vissen, van alle gekende inheemse en exotische diersoorten bezat de keizer een afbeelding, maar de verzameling was niet af.  Er was een heel erf, een kip, compleet met ei, er was zelfs een kuikentje. Een haan ontbrak nog.
De keizer had het gevoel dat hij zelf onaf was, zolang zijn dierencollectie niet compleet was.
Nu leefde er in de buurt van het paleis een kunstenaar, die zeer bedreven was met Chinese inkt. Hij werd ontboden en kreeg de opdracht een haan te schilderen, een keizer waardig.
De kunstenaar aanvaardde de opdracht, boog eerbiedig het hoofd en verdween, zonder een woord te spreken.
Na twee weken stuurde de keizer een boodschapper uit om te informeren naar het schilderij.  Deze stond heel snel terug in het paleis: de kunstenaar was nog niet klaar.
Een maand later... twee maand ... zes maand later kreeg de keizer hetzelfde bericht te horen. 'Dat moet wel een schitterend kunstwerk worden', dacht de keizer verheugd. Hij legde zichzelf geduld op: 'Wanneer het schilderij af is, zal hij me wel zelf verwittigen'.
Een jaar ging voorbij en de kunstenaar zweeg.
Op het eind van het tweede jaar werd de keizer ongerust. Misschien was de kunstenaar iets overkomen? De keizer liet zijn dragers komen en beval hen hem naar de woning van de kunstenaar te brengen.
Daar zat de man, op een bankje voor zijn huis, te genieten van de zon en van zijn pijp.
'Waar is de haan die je voor mij geschilderd hebt?' vroeg de keizer.
De kunstenaar stond op van zijn bankje, ging het huis binnen, zocht inkt, penseel en een blanco vel papier en schilderde in een handomdraai een waarlijk keizerlijke haan.
De keizer viel van colère bijna uit zijn draagstoel. 'Jij kan dit in één twee drie! Heb je me daarvoor twee jaar laten wachten, jij schurk? Je verdient de galg!'
De kunstenaar glimlachte. Hij schoof de deur naar het volgend vertrek open. Daar lagen bergen papier, met daarop klauwen, ogen, pluimen, hanekammen. Duizenden en duizenden studies, het resultaat van twee jaar werk.

zondag 21 juli 2013

Aedh wishes for the Cloths of Heaven

W.B. Yeats

Had I the heavens' embroidered cloths,
Enwrought with golden and silver light,
The blue and the dim and the dark cloths
Of night and light and the half-light,
I would spread the cloths under your feet:
But I, being poor, have only my dreams;
I have spread my dreams under your feet;
Tread softly because you
tread on my dreams.




Kon ik de hemelweefsels vatten:
het vlechtwerk van gouden zilveren licht,
Diepdonkere, verstilde gewaden
van ‘t blauwe uur, deemster, avondschemer,
Die weefsels zou ik leggen waar jij loopt.
Maar ik ben arm, heb slechts mijn dromen
Teder voor je voeten uitgespreid
Stap zacht: ’t zijn mijn dromen die je betreedt...

Vert. CDR

woensdag 10 juli 2013

10 jaar elf



 10 juli 2013
Laten we niet focussen
Op wat je niet hebt beleefd
Op wat je niet hebt geproefd
gehoord, gezien, gelezen

Laten we niet denken
Aan de mensen die je niet hebt ontmoet
Die je niet hebt veranderd,
Alleen al door je lach

Laten we denken
Aan de rijkdom van wie je was
Aan de intensiteit van je korte leven
Laten we stilstaan
Bij waar je wel bent geweest
Bij waar je nu bent:
in ons hart, tot onze laatste adem.