Ik heb een hoofd vol mooie aanhefjes
En zeg het zelf, ben niet verlegen
Maar ‘k ben geen dichter, kom dus nooit verder
Dan sprokkelversjes, aaneengeregen.
“Is het vandaag al morgen?”
Poésie pure, pas vier was Thomas toen
Hier is nu zo veel mee te doen
En daarom precies, wellicht: geen gedicht
“De geur van bossen in de regen”
spookt door mijn kop,
zo af en toe,
Als ’t nat ligt en vooral in ’t bos.
In een Ballade zou het niet misstaan
Van Dingen, bijvoorbeeld, Die Niet Overgaan.
(Maar een ander heeft dit, denk ik, al gedaan*)
“Ik kan al drie meter zwemmen voor ik verdrink!”
- dochter Nina, zes toen, enthousiast-
Nee liefje, nee, veel verder ben je niet gekomen
Toch zwem je eeuwig verder, in mijn dromen.
*zie 'Ballade van de dingen die niet overgaan', JWFW Buning
*zie 'Ballade van de dingen die niet overgaan', JWFW Buning
Geen opmerkingen:
Een reactie posten