donderdag 5 juli 2012

Blue



Ze plenst wat water in haar gezicht, controleert dan in de spiegel. Het ziet er beter uit. Voorzichtig haalt ze de kam door het haar. Aan de rechterkant laat ze het half over haar gezicht hangen. Nog een laagje make up, wat blush en ze is toonbaar.
Ze hoort de remmen van de fiets van Alex. Al halfvier! Zo snel gaat de tijd als je in bed blijft liggen. Even houdt ze haar hart vast, als ze een auto hoort in de straat, maar nee, de auto rijdt verder, het is Kurt niet.
Een sprong naar de bel, de sleutel in het slot en reeds galmt Alex' stem door het huis: ‘Dag mam! Mag ik Ketnet kijken ?’
Langzaam komt ze de trap af. Hem vooral niet laten merken hoe ze zich voelt. Hij heeft recht op een rustige moeder. ‘Hé ventje, niet zo vlug! Hoe was het vandaag op school ?’ Ze schrikt van haar eigen stem. Zo schor. Ze kucht even.
‘Goed.’ Alex loopt recht naar de ijskast, haalt er een sapje uit en begint gulzig te drinken. Ze hoort het klokken in zijn keel.
‘Is dat alles? Goed?’
‘Ja. Leuke les. Leuk gespeeld. Mag ik nu Ketnet kijken ?’ Hij wacht het antwoord niet af,  mikt zijn leeg blikje in de PMD-zak, trapt de garagedeur achter zich dicht en stapt dan resoluut richting televisie.
‘Heb je geen huiswerk?’ Ze gaat aan de keukentafel zitten, met een uitnodigende blik. Ze wil hem gerust helpen, dat doet ze graag.
‘Niet tegen morgen. Nooit op dinsdag, dat weet je toch ?’
Zijn we dinsdag vandaag ? Ze leeft niet meer in gewone tijd.
‘Vergeten. Kom een beetje bij me zitten, dat is veel gezelliger. Ik zat vandaag al de hele dag alleen thuis. Wil je een hapje eten ? Appel ? Of zal ik lekker bananenshake maken?’
‘Bananenshake, graag!’
Dat is snel gemaakt. Melk, mengbeker, twee bananen. Even mixen, en klaar. Ze giet de shake in twee hoge glazen en steekt in het zijne een kleurig strootje.
Hij reageert niet als ze het glas voor hem neerzet. Hij tuurt naar buiten.
‘Is er iets, jongen ?’
‘Nee.’ Nog raakt hij het glas niet aan.
‘Ik merk dat er iets is. Wil je het me niet vertellen?’
Nu kijkt hij star naar zijn glas. ‘Er is helemaal niks.’ Het klinkt als ‘laat me gerust’.
Ze neemt hem onderzoekend op. Hij is altijd wat aan de bleke kant, maar vandaag precies nog iets bleker. En hij heeft kringen rond zijn ogen. De schrik slaat haar om het hart. Ze kucht even voor ze zegt: ‘Je ziet er zo moe uit. Heb je niet goed geslapen vannacht?’
‘Je ziet er zelf moe uit, mama. Je hebt zeker zelf niet goed geslapen.’ Hij heeft het stil voor zich uit gemompeld.
Hij weet het. Ze kan het niet blijven wegstoppen. Zelfs onder drie lagen make up zou je het nog zien. Ditmaal is het een scheurtje in haar vlees, net onder het rechteroog. Maar dieper, veel dieper, de schaamte, ze weet niet van waar die komt. Niet zij is het die te ver gaat. En toch, een schaamte, zo diep in haar geworteld, zo allesoverheersend, dat ze niet meer weet wie ze is. Ze raapt al haar moed bijeen, kijkt hem recht aan en stelt de vraag die ze het liefste nooit zou stellen: ‘Heb je iets gehoord vannacht?’
‘Nee.’ Hij staart alweer naar buiten. Maar het was er erg vlug uit. Hij verwachtte die vraag.
‘Echt niet?’
Hij draait zijn hoofd langzaam in haar richting. Zijn blik blijft rusten op het verse litteken. Zijn ogen blinken vreemd. Hij neemt één slokje shake, recht zijn schouders en zegt dan, traag en nadrukkelijk: ‘Echt niet. Mag ik nu Ketnet kijken?’


2 opmerkingen:

  1. ja... ik vind het belangrijk dat we er bij stilstaan. Hoop alleen dat het niks toevoegt aan het leed.

    BeantwoordenVerwijderen